Theorie

Wat is belangrijk om te weten voordat je dit onderzoek gaat doen? We hebben met verschillende grootheden te maken en je moet verschillende theorieën snappen.
De grootheden:
[A] = molariteit, mol/L
E = reactiewarmte
t = tijd
T = temperatuur
V = volume
De molariteit bereken je door het aantal mol te delen door het volume. (A= n/V)
De reactiewarmte is de energie die ontstaat tijdens een chemische reactie. De reactiewarmte kun je berekenen door de de vormingswarmte van de beginstoffen af te trekken van de reactieproducten. Het tegenovergestelde van vormingswarmte is ontledingswarmte. Hier een voorbeeld:
CH4 (g) + 2 O2 (g) -> CO2 (g) + 2 H2O (l)
In tabel 57 in je Binas vind je de vormingswarmte van al deze stoffen.
E = vormingswarmte (reactieproducten) - vormingswarmte (beginstoffen)
E= -3,935 x 10^5 + 2 x -2,42 x 10^5 - 0,76 x 10^5 = -9,54 x 10^5 J
Let op!: de vormingswarmte van 2 H2O moet je keer 2 uitvoeren;
de elementen neem je niet mee in je berekeningen.
De reactiesnelheid neemt toe als de concentratie wordt verhoogt. Dat kan door verschillende dingen zoals de druk verhogen of de temperatuur. Straks in de werkwijze zul je zien dat wij de temperatuur van twee buizen verhoogd hebben, om te kijken of dat invloed heeft op de reactiesnelheid.
Als je dit snapt kun je de verwerking maken.
Maak jouw eigen website met JouwWeb